Hulp voor iedereen in nood die buiten de boot valt

Het Rode Kruis biedt wereldwijd op diverse manieren hulp aan mensen in nood. Deze hulpverleningsorganisatie heeft daarbij onder andere menslievendheid, neutraliteit, onpartijdigheid, en onafhankelijkheid hoog in het vaandel staan. Suzan Pijls werkt als coördinator Hulpverlening noden op de locatie aan de Koningsweg.

Zelf is zij in haar jeugd nooit iets tekortgekomen: ze groeide op in Limburg op een gemengd boerenbedrijf. Suzan studeerde culturele antropologie en werkte steeds in de ‘goede doelen’ sector. Eerder had zij bij het Rode Kruis onder meer een functie als fondsenwerver. In coronatijd, toen aan de bestaanszekerheid van veel mensen werd getornd, begon zij zich in te zetten voor voedselhulp aan mensen die bijvoorbeeld niet bij de voedselbank terechtkunnen of geen reguliere hulp durven aan te nemen.

Wat doe je precies bij het Rode Kruis?

“Ik ben vooral verantwoordelijk voor de voedselhulpverlening. We helpen iedereen die om welke reden dan ook geen toegang heeft tot gezond eten binnen de reguliere hulp. Dat doet het Rode Kruis op drie verschillende manieren:

  • Ten eerste verstrekken we schoolmaaltijden, die vanuit het Rijk worden gesubsidieerd. Daarbij stimuleren wij scholen om vooral mee te doen aan dit programma. Scholen die al meedoen, bieden we ondersteuning om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk ouders zich aanmelden. Via die schoolmaaltijden hopen we ouders te bereiken, die nu nog voor hulpverleners buiten beeld blijven.
  • Via onze partners delen we boodschappenkaarten ter waarde van € 22,50 uit (zo’n 1000 boodschappenkaarten per week). Zij bepalen wie voor een dergelijke kaart in aanmerking komen. Dit gebeurt zonder er een of andere financiële check op los te laten. Wij vertrouwen er namelijk op, dat onze partners op de hoogte zijn van de (nood)situatie waarin de ontvangers verkeren. En bovendien werpen controles alleen maar drempels op en daar is het Rode Kruis niet zo van. Vervolgens verspreiden deze partners de kaart onder de mensen die het hard nodig hebben. Deze mensen krijgen de kaart voor een periode van een half jaar toegekend.
  • Verder geven we nog boodschappenkaarten voor ongedocumenteerden weg. Deze mensen kunnen namelijk sinds kort niet meer bij een voedselbank terecht en hun leefgeld is gewoonweg niet voldoende om van rond te kunnen komen. Het zou raar zijn om hen niet te helpen, maar mensen die bijvoorbeeld naast het AZC wonen wel. Het gaat om een digitale voucher, die de doelgroep via hun mobiel ontvangt. STIL en het aanmeldloket zijn hierin onze partners.

We hadden nog een vierde traject lopen: 550 kinderen kregen elke week via onze partners een ontbijtkaart of -tas. Denk aan het Toekomstontbijt in Overvecht. Dit aanbod hebben we helaas vrij abrupt moeten stoppen, omdat ons begin dit jaar werd medegedeeld dat de subsidie hiervoor werd beëindigd. Het is allemaal heel ongelukkig verlopen: van de ene op de andere dag kregen deze kinderen geen ontbijtkaart/-tas meer. Wij hadden dit liever stapsgewijs willen afbouwen – temeer omdat we al kosten hadden gemaakt. We verwijzen mensen, die hiervoor aankloppen nu naar de voedselbank of de schoolmaaltijden.”

Welke ‘producten of diensten’ biedt het Rode Kruis nog meer aan?

“Naast deze voedselhulp organiseren we voorlichting op scholen onder de titel: ‘Haal het Rode Kruis in de klas’, bieden we een training voor vrouwen in een kwetsbare positie onder de noemer ‘Heldin’ aan, organiseren we EHBO-cursussen en cursussen hulp bij evenementen, en vangen we Oekraïense vluchtelingen op. Maar de meeste mensen kennen ons waarschijnlijk van de ondersteuning, die we bieden bij nood.”

Hebben jullie het druk?

“Jazeker: het aantal mensen dat vraagt om voedselondersteuning blijft nog steeds stijgen. De nood is hoog. We zoeken steeds opnieuw passende hulpverlening en verwijzen waar mogelijk door naar de Voedselbank of een ander initiatief.”

Wat is jouw relatie met armoede?

“Ik heb zelf nooit in armoede geleefd – gelukkig. In mijn werk daarentegen ontmoet ik natuurlijk een heleboel mensen die helaas wel armoede meemaken. Ik vind het vooral zo moeilijk voor kinderen, die in hun situatie met zoveel dingen te maken krijgen die andere kinderen niet hebben. Een kind moet kind kunnen zijn en zich geen zorgen hoeven te maken.”

Wat heeft indruk op je gemaakt?

“Ik heb wel eens gehoord van ouders die hun kinderen patat of een pizza van een dag oud mee naar school gaven. Maar onlangs ook het verhaal van een moeder die zich prostitueerde om aan geld te komen. Het toont opnieuw aan hoe moeilijk mensen het vaak vinden om hulp te vragen. Taal speelt daarbij dikwijls een grote rol, maar tevens de angst voor alles wat met de overheid te maken heeft. Door de kindertoeslagaffaire heeft onderhand een grote groep mensen het vertrouwen in zowel de lokale als landelijke overheid verloren. Verder verloopt de doorverwijzing van informele zorg naar formele zorg geregeld niet goed. Mensen komen regelmatig niet ‘aan’ bij de formele zorg. Bovendien bestaan er heel wat voorzieningen die niet passen voor iedereen. Voorts valt me op dat zoveel mensen het gevoel hebben er alleen voor te staan. Er was een mevrouw die alleen de deur uit ging om de boodschappenkaart op te halen. Dat was wekelijks haar enige contact buiten de deur. Tot slot hoor ik regelmatig voorbijkomen, dat mensen hun verwarming niet aan durven te zetten, omdat ze bang zijn voor de rekening. Dat heeft eveneens indruk op mij gemaakt.”

Welke tip zou je iedereen willen meegeven?

“Maak je hard voor een basisinkomen, zodat iedereen kan rondkomen.”

Wat is het belangrijkste dat je ooit hebt geleerd?

“Dat je niet altijd kiest voor de situatie waarin je terecht bent gekomen. Je kan ook gewoon heel erge pech hebben. Daarom probeer ik zelf tevreden te zijn en te genieten van wat ik heb.”

Ontwerp en webdevelopment door BuroBureaux