De Armoedecoalitie: een superplek om te mogen werken!

Op 9 december neemt Marry Mos afscheid, na zich elf jaar met hart en ziel voor de Armoedecoalitie te hebben ingezet. De aankondiging van haar vertrek aan het begin van de zomer sloeg in als een bom. Ze is inmiddels een nieuw avontuur begonnen als middenmanager bij stichting Umah-hai, een onderdeel van de Tussenvoorziening. Ondertussen draagt zij haar laatste werkzaamheden over aan haar opvolgster Meike Hellevoort. We horen natuurlijk graag hoe zij op haar jaren bij de Armoedecoalitie terugkijkt.
Vertel eens over je start, zo’n elf jaar terug als secretaris van de Armoedecoalitie?
“Ik kende de Armoedecoalitie toevallig al: in 2009 had ik een vacature voor een voorzitter langs had zien komen. Toen was ik nog gemeenteraadslid en kon ik dus niet solliciteren. Daarnaast bleek onze fractiemedewerker Liesbeth Simpelaar, een ervaringsdeskundige, betrokken te zijn geweest bij de oprichting.
De Armoedecoalitie trok mijn aandacht, omdat ik houd van bewegingen van onderop. Van bewegingen waarin mensen van verschillende pluimage – bewoners, hulpverleners, betrokkenen, vrijwilligers, directeuren – gezamenlijk een vuist maken en iets proberen te realiseren. Ik voel me verbonden met en aangetrokken door dit soort bewegingen. Ik knok namelijk graag samen met mensen voor perspectief, kansen en rechtvaardigheid. Juist voor mensen van wie de stemmen minder gehoord worden. Toen ik 2014 stopte met de gemeenteraad was de Armoedecoalitie voor mij een superplek om te mogen werken.”
En hoe ga je er nu weg?
“Vol trots en rijk aan ervaringen. En met een oogst aan dierbare relaties met heel veel mooie en verschillende mensen. De vrijwilligers, de deelnemers aan het platform, leuke vasthoudende hulp- en dienstverleners, vooruitstrevende directeuren, zoveel leuke sleutelpersonen, vertegenwoordigers: allemaal prachtige mensen die zo ontzettend gegroeid zijn de afgelopen jaren.
Dat is prachtig om te zien en te ervaren. Ik las toevallig vandaag een quote terug van een vrijwilliger, die zijn tijd in de energiecrisis beschreef als “leven in een ijskoude iglo”. Ik hoor het hem nog zeggen. Hij leefde in het buurthuis omdat het er warm was, er mensen waren met aandacht – een plekje waar hij mocht zijn. Zoiets raakt mij. Toen en nu. Dat geeft mij de drive om te strijden voor bestaanszekerheid. Iedereen heeft immers recht op een plek om er te mogen zijn en op een kans om zich te ontwikkelen.”
Wat zal jou uit je tijd bij de Armoedecoalitie het meest bijblijven?
“De trots dat we met zeven ervaringsdeskundigen op het podium stonden in Tivoli en een award wonnen. Alle vieringen van Internationale Armoededag: telkens weer anders, altijd speciaal. De eerste Mooi Meegenomen Markt in de Stefanus, de dag in het teken van kinderen en jongeren met een sportdag bij FC Utrecht. Het toneelstuk ‘De bramenplukker’ met Tilly en Irene in de hoofdrol. Het boekje ‘Licht op Armoede’, waar we met een redactie van voornamelijk ervaringsdeskundigen twee jaar aan werkten, en dat uiteindelijk supermooi was. De EDASU-opleiding (de opleiding tot ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting), die drie of vier jaargangen aan opgeleide ervaringsdeskundigen heeft afgeleverd en voor hen van grote betekenis is geweest. De rijdende straattafel waarmee het team ervaringsdeskundigen elke twee maanden de straat opging, en mensen een bakkie troost, een luisterend oor, en informatie en advies boden.
De onderwijsconferenties in de bibliotheek op de Neude, waar zomaar 240 mensen op af kwamen in coronatijd. Allemaal betrokken mensen die zich bekommerden om de kinderen en leerlingen op hun school, en zochten naar inspiratie en samen wilden werken om de situatie voor mensen te verbeteren.
Dat de politiek in circa 2016 het besluit allerlei armoedemaatregelen te schrappen terugdraaide, omdat ze ineens ontdekten dat het wel een heel slecht idee was. De twee verkiezingsdebatten (de ene in 2018 en de andere in 2022), waar we een sociaal stembusakkoord wisten te sluiten met de politiek om flink te investeren in de aanpak van armoede en schulden.
Een brief aan het kabinet in coronatijd, waarop we binnen vijf dagen antwoord kregen van wel zeven kantjes waarin ze aangaven alle suggesties over te nemen…. (!) Dat had ik nog nooit meegemaakt (en naderhand eigenlijk nooit meer!).
Minister Schouten die regelmatig voor inspiratie naar Utrecht kwam. En voor wier ambtenaren we met partners in de stad vijf bijeenkomsten organiseerden met mensen in armoede en schulden. Om hen te laten ervaren wat het betekent als je langdurig in armoede leeft, tegen welke hobbels en drempels je aanloopt, hoe weerbarstig de praktijk is, en voor welke onmogelijke keuzes je gesteld wordt.
De commissie Sociaal Minimum die langskwam in de Johanneskerk, waarvoor Cybille en ik samen een prachtige bijeenkomst organiseerden.
Een wethouder die bijna alle maatregelen waar we ooit voor gepleit hebben, uitvoert (zoals het niet toepassen kostendelersnorm, individuele inkomenstoeslag al na één jaar toekennen in plaats van na drie jaar bijstand, toegang bijzondere bijstand versimpelen).
Maar wat me vooral bijblijft en waar ik heel trots op ben zijn alle vrijwilligers, die ik stuk voor stuk heb zien groeien in de Armoedecoalitie. Een deel van hen vloog uit naar betaald werk en doet prachtige dingen (zoals Eugenie, Saskia, Emine, Liesbeth, Fatiha en Dennis, die op het punt staat zijn vleugels uit te slaan). Dat hebben ze grotendeels zelf gerealiseerd, maar de Armoedecoalitie fungeerde wel als een springplank: een plek waar mensen zich gehoord en gezien voelen en van daaruit tot bloei komen. En zo nodig weer opgevangen worden als het tegenzit.”
Hoe wil je worden herinnerd?
“Oei dat is wel een pittige vraag: als betrokken vrouw, strijdbare verbinder: altijd geloven dat het anders en beter kan en dat ook laten zien.”
Wat heeft je vooral gefrustreerd?
“Loze beloften. Dat bestaanszekerheid in 2023 uiteindelijk totaal geen enkele rol meer speelde in de landelijke politiek. Het werd gewoon niet opgepakt ondanks de landelijke erkenning door de commissie Sociaal Minimum. Gewoon desinteresse. Heel schijnheilig. Daar kan ik errug slecht tegen!”
Hoe zie jij de toekomst voor je van de Armoedecoalitie?
“Het zou natuurlijk mooi zijn als de Armoedecoalitie niet meer nodig is en bestaanszekerheid daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Maar ik vrees dat we nog wel even nodig zijn. Dan zie ik de coalitie als aanjager en verbinder, die positief optimistisch de vinger op de zere plek legt. En telkens opnieuw onvermoeibaar een stem en een gezicht geeft aan de mensen die buiten de boot vallen en een betere zorg/hulp/toekomst verdienen. En die aanwijst waar de duurzame oplossingen liggen.
Over het ontbreken van duurzame oplossingen maak ik me overigens het meeste zorgen. Hierdoor kunnen mensen niet rondkomen en stapelen problemen zich op. Terwijl de oplossing simpel is: realiseer bestaanszekerheid. Nu komen mensen met een chronische ziekte of beperking en alleenstaanden in deze stad het meest in de knel. Verder stijgt het aantal jongeren met een uitkering evenals die met schuldenproblematiek. Dit is landelijk zo. Goed om te kijken hoe het in Utrecht is.”
Wat moet de Armoedecoalitie vooral niet willen?
“Een verlengstuk van de gemeente worden. De Armoedecoalitie moet zijn eigen koers blijven varen, luis in de pels zijn, kritische meedenker, mede-vormgever van vernieuwingen in de praktijk, aanjager.”
Heb je een tip of wijze les voor je opvolgster?
“Ga naar de mensen toe, blijf met beide benen op de grond en laat je voeden en inspireren door de praktijk.”
Wat is het aardigste dat iemand ooit voor je heeft gedaan?
“Toen ik corona had, kwamen enkele vrijwilligers al op de derde dag een enorme fruitmand namens de groep langsbrengen. Zelf samengesteld, met een grapefruit en ander fruit. Mijn kinderen hadden nog nooit een grapefruit gezien en keken met grote geïnteresseerde ogen naar die ‘enorme sinaasappel’. Maar zo lief, zelf geen geld hebben en toch voor mij zo’n mand samenstellen en brengen.”
Liesbeth Rox