De liefde voor huisdieren als verbindende factor

Nee, (huis)dieren mochten helaas op 15 oktober de zaal niet in. Op die dag vond in theater Stefanus een dialoog plaats onder de titel ‘Huisje, boompje, (geen) beestje?!’. Meer dan veertig mensen kwamen op deze bijeenkomst af – waaronder dierenartsen (in spé), wetenschappers, iemand van de Partij voor de Dieren, en ervaringsdeskundigen uit de wijk en daarbuiten. Het betrof een samenwerking van de Armoedecoalitie met de Universiteit Utrecht (faculteit Diergeneeskunde en Sociale Wetenschappen).
Het thema van de dialoog sloot aan op dat van de Maand van het Delen: ‘THUIS: wat is dat voor jou?’. Dieren kunnen hier een belangrijke rol in spelen. De uitdrukking luidt niet voor niets: ‘huisje, boompje, beestje’. Maar als je weinig te besteden hebt dan wordt het eerder ‘huisje, boompje, (geen) beestje?!’. Tijdens deze middag spraken mensen uit verschillende leefwerelden met elkaar over wat het betekent om een thuis te delen met een dier. En wat goede zorg voor een dier inhoudt. Het werd een open gesprek, waarbij mensen buiten hun eigen bubbel durfden te treden met onderlinge verbinding als resultaat.
Maarten Post trad tijdens de dialoog als dagvoorzitter op. In het dagelijks leven werkt hij als teamleider communicatie bij de Faculteit Diergeneeskunde. Hij woont met zijn vrouw en twee katten – Dhana en Mitho – in de wijk Lombok.
De bijeenkomst startte met een podiumgesprek waar Adrie aan deelnam. Zij woont samen met haar man en twee katten en een hond in de wijk Hoograven. Zij vertelde tijdens dit gesprek hoe haar huisdieren haar een moeilijk periode in haar leven door hadden geholpen.
Maarten hoe kijk je op deze bijeenkomst terug?
“Zeer positief. Ik werk nu ruim twee en een half jaar bij de faculteit. Sindsdien zie ik hoe het thema ‘kosten voor de zorg voor dieren’ de gemoederen bezighoudt. Ik merk hoezeer het dierenartsen en paraveterinairen raakt, als ze een dier zien dat zorg behoeft, maar waar geen budget voor is. Of als ze worden weggezet als geldwolven. Terwijl het in mijn ervaring mensen zijn die erg veel om dieren geven. Vaak is het vak een roeping voor hen en het doet dan zeer als dat in twijfel wordt getrokken. Daar komt bij, dat de overgrote meerderheid echt niet geweldig veel verdient. Recent zei een spoedarts nog tegen mij, dat ze wel eens jaloers is op huisartsen en medisch specialisten. Omdat voor mensen de zorgkosten verzekerd zijn, en daar puur gefocust kan worden op wat het beste is voor de patiënt zonder altijd over kosten te moeten praten.
Soms reageren dierenartsen die worden aangesproken op de kosten, op hun beurt dan weer wat defensief. Dan is de reactie bijvoorbeeld: “Als je het niet kan betalen, moet je gewoon geen dier nemen.” Tijdens de bijeenkomst werd duidelijk hoe dat minima weer pijn kan doen. En hoe uitspraken zoals “de dierenarts is een grootverdiener” en “wie geen geld heeft, mag geen huisdier” de discussie platslaan, en geen recht doen aan de gevoelens en inzet van mensen. Ik vond het bijzonder hoe open en eerlijk Adrie vertelde over haar worsteling, toen ze in een situatie verkeerde waar ze over weinig geld beschikte en wel zorg nodig had voor haar huisdier. Dan zie je hoeveel een huisdier betekent, en wat het een huisdier voor iemand oplevert – individueel en voor de cohesie tussen mensen en in buurten. Tegelijk was het mooi van Ellen, een dierenarts, te horen wat dierenartsen drijft, en hoe ze met moeilijke dilemma’s te maken krijgen. Zeker nu er technisch steeds meer mogelijk is net als bij mensen. Hoe ga je om met mensen die door willen gaan met behandelen, terwijl dat eigenlijk niet in het belang van een dier is? En wat doe je als een baasje vanwege de kosten wil gaan voor euthanasie, terwijl dat eigenlijk vanuit medisch oogpunt niet hoeft?
Het uitwisselen van de verschillende verhalen over huisdieren gaf overigens veel lol. De liefde voor dieren blijkt dus een verbindende factor te zijn, die door alle lagen van de samenleving heen gaat.”
Hoe was dat voor jou Adrie?
“Eigenlijk wist ik niet goed wat ik ervan moest verwachten, want veel hangt natuurlijk af van de mensen die naar zo’n middag toekomen. Het viel mij echter op, dat de meeste bezoekers echte dierenliefhebbers waren. Mensen die in oplossingen denken – een beetje zoals ik ook ben. Het was fijn om met gelijkgestemden te praten, herkenning te vinden in problemen waartegen je soms oploopt met je (zieke) huisdier.”
Op de vraag ‘Wat had je liever anders gezien?’ merkt Adrie het volgende op: “Er zaten best een aantal gelijkgestemden in de zaal. Het was misschien nog interessanter geweest om te discussiëren met mensen, die er anders over denken. Om te luisteren naar hun argumenten, en te proberen hen duidelijk te maken wat het belang van huisdieren voor veel mensen is.”
“Bij de tafel waar ik zat, waren wel hulpverleners aan het woord die erg veel wisten van de problemen waar minima mee kampen, maar geen mensen die direct uit eigen ervaring spraken. Die had ik er bij mij aan tafel ook graag bij gehad”, aldus Maarten
“De liefde van een huisdier is als een warme deken op een koude dag.”
Maarten: “Daar sluit ik me bij aan. Ik heb regelmatig dat ik de straat in fiets en Dhana, mijn kat, me al miauwend tegemoet rent. Dan zijn we allebei blij elkaar te zien en dat geeft me dan een heel warm gevoel. Ik vertelde tijdens de bijeenkomst over een ervaring van mij uit een vorige baan. Toen werkte ik bij de gemeente Arnhem, waar het concept ‘housing first’ werd geïntroduceerd bij de aanpak van dakloosheid. Idee erachter was: niet een woonruimte aanbieden als sluitstuk van een hulpverleningstraject. Maar ermee starten, omdat een eigen plek rust en veiligheid kan bieden. De hulpverlening (bijvoorbeeld bij verslaving) verloopt zodoende succesvoller. Ik sprak een man, die al een hele tijd dakloos was en in aanmerking kwam voor ‘housing first’. Hij moest dan wel afscheid nemen van zijn hond, want huisdieren werden in het wooncomplex niet toegestaan. Dat was voor hem gewoonweg geen optie: zijn hond betekende zo enorm veel voor hem en had hem vaak door moeilijke momenten heen gesleept. Dan maar geen warm appartement. Het maakte op mij grote indruk.”
Adrie: “Mee eens, maar de verantwoordelijkheid voor je huisdieren moet je niet uitvlakken. Het draait immers niet alleen om knuffelen, lekkere dingen voeren en spelen. Ook als het kloteweer is, moet je je hond minstens drie keer per dag uitlaten. En als een hond of kat ziek is, of een keertje weg wil moet je zorgen voor de juiste behandeling of hulp. Het kost tijd, energie en (soms veel) geld om jezelf een goed honden- of kattenbaasje te noemen. Maar voor mij staat de liefde en het plezier die ik van mijn huisdieren krijg voorop, en geniet ik ondanks alle problemen met volle teugen van mijn beessies.”
En wat heb je als baasje van die ‘beessies’ geleerd?
“Ik leer nog elke dag van mijn dieren, maar het belangrijkste is toch wel, dat ik door het omgaan met dieren steeds meer ‘in het NU’ ga leven.”
En Maarten, wat heb jij van ze opgestoken?
“Hoe belangrijk zorg voor dieren is. Dat het levende wezens zijn met een eigen leefwereld, instinct, gevoelens en behoeften. Ik geef ze ruimte en probeer niet mijn behoefte op te dringen. Wat trouwens helemaal niet lukt bij katten. Ik probeer goed te kijken naar wat ze nodig hebben. De manier waarop katten communiceren, vind ik verbluffend. Vroeger verdiepte ik me hier minder in.”