Reactie staatssecretaris op experimenten Participatiewet

Onderzoek in zes gemeenten

De gemeente Utrecht nam de afgelopen anderhalf jaar deel aan een experiment om te kijken of andere voorwaarden voor bijstandsgerechtigden kunnen leiden tot betere resultaten. De uitkomsten staan in het rapport ‘Weten wat werkt’. Soortgelijke experimenten vonden plaats in Groningen, Tilburg, Deventer, Nijmegen en Wageningen. Eind mei reageerde staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid op de rapportages over deze experimenten. Heel in het kort: ze ziet geen aanleiding de Participatiewet aan te passen.

Bij de experimenten werden deelnemers ingedeeld in vier categorieën:

  1. Een groep met ontheffing van de arbeids- en re-integratieverplichtingen.
  2. Een groep die intensievere begeleiding krijgt bij de arbeids- en re-integratieverplichtingen.
  3. Een groep die verruiming krijgt van de mogelijkheid om inkomsten uit arbeid vrij te laten.
  4. Een ‘controlegroep’ die onder de bestaande bijstandsregels blijft vallen.

In de meeste onderzochte gemeenten werden geen of slechts kleine positieve effecten van de ‘interventies’ gemeten. Er werden ook geen negatieve effecten geconstateerd. In Utrecht, en in mindere mate in Groningen, werden wél positieve effecten op gedeeltelijke plus volledige uitstroom gezien bij de groep die intensievere begeleiding kregen en bij de groep die een verruiming van de bijverdienmogelijkheden kreeg.

Een ander experiment, dat uitgevoerd wordt in Amsterdam, laat ook positieve effecten van ruimere bijverdienmogelijkheden zien op de uitstroom naar (parttime) werk (klik hier voor een bericht daarover).

In de ogen van staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid geven de resultaten geen aanleiding om de Participatiewet op onderdelen te wijzigen. Zij kijkt daarbij uitsluitend naar de effecten op uitstroom naar werk. Op andere effecten – bijvoorbeeld op gezondheid, stress, autonomie en vrijheid – reageert zij niet. De manier waarop intensivering van de dienstverlening wordt vormgegeven in o.m. Utrecht heeft wel haar belangstelling. De opzet van de intensiveringsvariant in Utrecht, maar ook die in andere gemeenten, wil Van Ark meenemen in de gesprekken die zij met gemeenten en andere belanghebbenden voert over hoe we de ervaringen die zijn opgedaan tijdens deze experimenten kunnen gebruiken om de dienstverlening aan bijstandsgerechtigden beter vorm te geven.

Klik hier om de hele brief van de staatssecretaris te lezen en de bijbehorende rapporten te downloaden.

Ontwerp en webdevelopment door BuroBureaux