Gemeente licht bijzondere bijstand door
Interview met Moniek Bredenhoff
Bijzondere bijstand is een regeling, waarmee mensen met een krappe beurs onverwachte noodzakelijke kosten kunnen betalen. Deze kosten zijn vaak heel divers. Denk aan de kosten voor de aanschaf van duurzame gebruiksgoederen zoals een nieuwe koelkast, wasmachine of matras. Maar het kan eveneens gaan om de kosten voor huisinrichting, wanneer iemand vanuit de opvang of het COA een woning heeft toegewezen gekregen. Of de kosten voor beschermingsbewind of een vergoeding voor een babyuitzet. Deze regeling zal de komende tijd nader worden bekeken.
Moniek Bredenhoff is als beleidsmedewerker nauw bij de uitvoering van de bijzondere bijstand betrokken. Zo denkt zij bijvoorbeeld na hoe de bijzondere bijstand vanuit de gemeente het beste kan worden ingeregeld. Daarbij gaat het om vragen als: voldoet de hoogte van de vergoedingen? Welke kostensoorten gaat de gemeente wel of niet vergoeden? Deze vragen verzamelt zij aan de hand van de signalen van partners in de stad, collega’s die de regeling uitvoeren en de wensen die het college heeft. Zij vertelt graag wat meer over de ‘herziening bijzondere bijstand’.
Wat is de aanleiding om de bijzondere bijstand door te gaan lichten?
“In ons coalitieakkoord is de ambitie uitgesproken om de bijzondere bijstand toegankelijker en ruimhartiger te maken. Daarnaast horen we dat inwoners soms moeite hebben om de regeling aan te vragen. Om te beoordelen of je er recht op hebt, wordt gekeken of je de kosten daadwerkelijk moet maken of maakt, en in hoeverre je zelf een deel van die kosten kan betalen. Dat betekent dat je als klant best wat papieren moet aanleveren. Dit maakt het lastiger om een beroep op deze regeling te doen.”
Hoe gaat het onderzoek worden uitgevoerd?
“Het onderzoek omvat een serie van gesprekken met allerlei verschillende mensen, waarbij wordt getoetst hoe zij de regeling ervaren. Het gaat o.a. om mijn collega’s die met de uitvoering zijn belast, betrokkenen van andere gemeenten, hulpverleners zoals sociaal raadslieden en natuurlijk andere partners in de stad, die de stem van inwoners vertegenwoordigen. Op basis van al die input wil ik kijken, wat we als gemeente Utrecht kunnen doen om de regeling toegankelijker te maken zodat iedereen die er recht op heeft hem makkelijk(er) kan aanvragen.”
Op welke wijze is de Armoedecoalitie bij (het onderzoek van) deze maatregel betrokken?
“De Armoedecoalitie is één van de partners met wie ik in gesprek zal gaan om uit te wisselen wat de ervaringen zijn. Via de coalitie word ik ook weer meegenomen in andere overleggen om er input op te halen. Dat helpt me om allerlei mensen te ontmoeten, die ik anders wellicht niet had gezien en gesproken.”
Is er een aanvraag uit het verleden waar je je erg over verbaasde?
“Over het algemeen komen er veel dezelfde type aanvragen binnen, maar soms zijn er bijzondere, die opvallen. Mijn collega’s kregen eens een aanvraag voor een ooglidcorrectie binnen. Die zie eigenlijk bijna nooit voorbijkomen. Deze mevrouw werkte als zelfstandige en ontving verder een kleine aanvulling vanuit de bijstand. Haar hangende oogleden werden niet vergoed door de zorgverzekering, maar ze belemmerde haar in haar dagelijks functioneren. Zo erg, dat ze haar werkzaamheden als zelfstandige zou moeten staken. Door haar de € 800,- toe te kennen, werd dit voorkomen.”
Wat zou je ons nu al willen meegeven?
“Vraag bijzondere bijstand aan als het nodig is. Zelfs wanneer je denkt dat er niet aan alle voorwaarden wordt voldaan. Of wanneer het gaat om kosten, waarvan je niet (meteen) verwacht dat ze worden vergoed. Leg wel goed uit, waarom het in dit geval toch noodzakelijk is om jou de bijzondere bijstand toe te kennen. We kunnen dan kijken of we maatwerk kunnen verlenen.”
Heb jij een link met armoede? “Hoewel we het thuis vroeger niet breed hadden, zou ik niet willen stellen dat ik in armoede ben opgegroeid. In die zin heb ik geen persoonlijke link met armoede of zou ik mezelf niet als ervaringsdeskundige willen omschrijven, maar ik heb naderhand wél gezien hoe het je leven en kansen kan beïnvloedden. Mede daarom vind ik het zo’n belangrijk thema om aan te werken.”