Nieuwe armoedecijfers CBS
Armoederisico in 2019 iets lager
Op 2 december publiceerde het CBS nieuwe cijfers over armoede in Nederland. De cijfers gaan over 2019, dus voor de coronacrisis.
In 2019 maakte 6,2 procent van de Nederlandse bevolking deel uit van een huishouden met een inkomen onder de lage-inkomensgrens en liep aldus risico op armoede. Dat is iets minder dan in de twee voorgaande jaren, toen 6,3 procent van de bevolking van een laag inkomen moest rondkomen. Onder werknemers bleef het armoederisico ongewijzigd.
Iets meer dan 1 miljoen mensen leefden in 2019 in een huishouden onder de lage-inkomensgrens, van wie 398 duizend al ten minste vier jaar achtereen (2,5 procent van de bevolking). Sinds 2017 bleef het aandeel met een langdurig armoederisico onveranderd.
De lage-inkomensgrens staat voor een vast koopkrachtbedrag en wordt jaarlijks gecorrigeerd voor de prijsontwikkeling. In 2019 lag de grens voor een alleenstaande op netto 1.090 euro per maand. Voor een paar zonder kinderen was dat 1.530 euro, en met twee minderjarige kinderen 2.080 euro. Voor een eenoudergezin met twee minderjarige kinderen bedroeg de grens 1.660 euro.
Het armoederisico van zzp’ers is hoger dan van zmp’ers en werknemers. Het armoederisico is relatief groot in handel, vervoer en horeca. Er waren volgens het CBS minder kinderen met armoederisico in 2019.